Wortel-cranberry-kerstscones

Mijn voornemen deze kerst was, dat elk gerechtje een gezonde twist zou krijgen. In het kader van ‘lekker kan ook best (een beetje) goed voor je zijn’. En omdat ik nog een forse bak met geraspte wortel had staan en een halve pot met gedroogde cranberry’s was de vulling voor mijn scones voor tweede kerstdag meteen duidelijk.

Zeef 250 gram zelfrijzend bakmeel en 250 gram volkorenbloem met een theelepel zout in een grote kom. Wrijf hierdoor 125 gram zachte boter, voeg 100 gram suiker toe, 125 gram fijn geraspte wortelen, een flinke eetlepel gemberstroop en 60 gram gedroogde cranberry’s. Giet hier tenslotte 125 milliliter yoghurt en het sap van een uitgeperste sinaasappel bij en meng het geheel tot een soepel deeg.

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkblad tot een dikte van ongeveer 2,5 centimeter. Neem een glas met een doorsnede van ongeveer 5 centimeter en steek hiermee rondjes uit het deeg.

Leg de rondjes op een met bloem bestoven bakplaat (of op bakpapier, daar zweer ik bij) en bestrijk ze met wat melk of een losgeklopt ei. Bak ze ongeveer 15 minuten in een oven van 200 graden tot ze goed gerezen en goudbruin zijn. Laat ze afkoelen op een rooster.

Wij hadden nog een potje sinaasappelmarmelade met likeur staan (uit het kerstpakket) en een restje zure room. Geweldige combi als starter voor onze lekker-voor-de-buis-met-wat-vrienden-milleniumtrilogie-kijken-op-2e-kerstdag.

Experimenteren met muffins – omdat ik niet zo van zoet houd

Mijn vriendinnetje Chantal is een kei in muffins maken. Elke maandelijkse ‘Lost’-zondag verschijnt zij met bakken vol met haar baksels, compleet met zure room en zelfgemaakte kersenjam. Voor iedereen een feest. Behalve voor mij. Ik houd namelijk niet zo van zoet. Ik ben meer van de hartige keuken. Maar als ik de anderen zo zie schransen dan ben ik jaloers. Dat wil ik ook!

Ik heb nog even de tijd voordat onze Tv-zondagen weer starten. Het is nog geen herfst. Gelukkig niet. En ik heb me voorgenomen ze te verpletteren. Met nog lekkerdere muffins dan die zoete van Chantall. Nou ja, oké, minstens zo lekkere muffins als die zoete van Chantall.

Het is zomer, maar het regent, dus tijd om de keuken in te duiken en te starten met mijn hartige muffinexperiment. Vandaag met Hollandse garnalen en echte parmezaan.

Doe in een grote kom: 150 gram zelfrijzend bakmeel met 50 gram vers gerapte parmezaan, 50 gram gehakte Hollandse garnalen, 150 gram Griekse yoghurt, 3 eetlepels olijfolie, een handje verse bieslook en wat zout en peper.

Alles roeren tot een samenhangend deeg ontstaat. Pas op dat je het niet kapot mengt, een beetje grof mag best. Intussen de oven voorverwarmen op 190 graden.

Een muffinblik (voor 12 kleine muffins) invetten en in elke holte een lepel deeg, niet te vol want het rijst de pan uit. Ik had genoeg beslag voor 2 keer een vol blik, 24 muffins dus.

Zet het blik in de voorverwarmde oven. Na ongeveer 12 tot 15 minuten zijn goudbruin en gaar. De exacte tijd hangt af van je eigen oven dus wel even in de gaten houden. En ook niet te snel eruit halen want dan storten ze in.

Bij mij werden ze mooi luchtig maar naar mijn smaak hebben ze nog wel iets van een sausje nodig. Bijvoorbeeld een klassieke cocktailsaus of iets tzaziki-achtigs. Enne, ik evenaar die Chantall nog niet, dus volgende keer een nieuw experiment. Volgens mij is deze versie wel leuk om een voorgerechtje mee op te bouwen, met wat extra garnalen of een grote gamba en een mooi yoghurtsausje, of met een mooie ham, serrano bijvoorbeeld. Ga ik ook nog uitproberen. Dus ook dat wordt vervolgd 😉

Trouwens… de muffins van Chantal zijn eigenlijk scones. Vergissing. Dat krijg je als je niet zo thuis bent in zoetvoer.