Paella met kwartels, tuinbonen en chorizo

Paella met kwartels, tuinbonen en chorizo

Dit weekend weer gevlucht naar Utrecht. Deze keer voor de hitte, in mijn huis is het niet uit te houden. Mooi moment voor een nieuw culinair probeersel. Mijn gastvrouw is een fervent tuinierster en ze vertelde dat de tuinbonen van het land moesten. Dus als ik daar iets mee wilde maken…. Nu had ik zelf bedacht dat ik iets paella-achtigs wilde koken. Dus op zoek naar inspiratie rondom paella, tuinbonen én chorizo, want dat hoort voor mij bij paella. Als googelend kwam ik bij een recept van Onno Kleyn: Paella met kwartels en tuinbonen. Fijn, want ik wist dat mijn gastheer nog wel wat kwarteltjes in de vriezer had liggen.

Goed, lang verhaal kort, op een zonnige zaterdagmiddag zat ik dus tuinbonen te doppen. Dubbel nog wel, want dat leek mij het lekkerste. En die bonen vonden een perfecte plek in die mooie paella van Onno. Samen met de kwartels en de chorizo. Topper! En als dat doppen je wat te tijdrovend vindt, dan moet je ze maar diepvries kopen. Maar dan mis je wel het heerlijke zen-gevoel van tuinbonen doppen op een mooie lentedag.

Wat heb je nodig

(voor 3 personen)

  • 2 groentebouillonblokjes
  • 3 flinke kwartels
  • 1 goede scheut olijfolie
  • 1 ui
  • 1 rode paprika
  • een flink stuk chorizo
  • 250 g paella- of risottorijst
  • 1 tl paprikapoeder
  • 0,20 g saffraan
  • 250 g verse tuinbonen, dubbel gedopt
Zo maak je het

Dop de bonen. Blancheer ze een paar minuten en laat ze wat afkoelen. Verwijder dan de velletjes. Je hebt nu hele mooie malse felgroene boontjes. Kost wel een uurtje maar dan heb je ook wat. De echt kleine boontjes mochten van mij hun velletje houden, die waren mals van zichzelf.

Snijd de paprika in reepjes, de chorizo in blokjes en de ui in dunne ringen. Kook een liter water en los hierin de bouillonblokjes op. Halveer de kwartels in de lengte langs de ruggengraat en borstbeen en wrijf ze in met zout.

Verhit de olie in de pan en bak de kwartels rustig goudbruin. Doe de ui, paprika en chorizo erbij en bak nog 3 minuten. Haal de kwartels uit de pan en strooi er nu de rijst, paprikapoeder en saffraan in. Bak de rijst glazig. Schenk er driekwart van de bouillon bij, voeg de tuinboontjes toe, roer alles even goed door en leg tenslotte de kwartels terug in de pan. Draai het vuur laag en laat heel rustig 18 minuten koken. Niet roeren maar rijst die droog komt te liggen, terugduwen in het vocht. Giet er eventueel bouillon bij als de rijst droog kookt en gaat knetteren. Draai na die 18 minuten het vuur uit, dek af met een deksel of folie en laat 5 minuten staan. Check of de rijst gaar is. Laat anders nog even nagaren. Serveer in de paellapan. Wel zo mooi.

 

Bestemming voor een zak zeevruchten: Paella op mijn manier

Maandag is qua koken altijd een rampdagje. Jims moet om 6 uur al stage lopen, Bert komt pas na 6 uur thuis maar moet wel om 7 uur al sporten en ik heb vaak bijeenkomsten in Arnhem aan het eind van de middag. De kunst is dus iets te koken dat in drie etappes gegeten kan worden. Lasagne, burrito’s, jachtschotel, stamppot… ik kan het niet meer zien. Het is zo saai…

Dus beloofde ik Jim vanmorgen dat ik iets totaal anders ging koken.

Goed, denk ik na een paar uurtjes werken, laat ik even naar de Lidl rijden, kijken of ze iets betaalbaars en lekkers in de aanbieding hebben. Het is immers bijna Pasen, en dan verschijnen er altijd leuke lekkere dingen in de winkel (en op maandag houd ik meestal mijn portemonnee wat meer in de gaten).

Nou mooi niet dus. Sta met tassen en huissleutel in de hand, kan ik mijn autosleutels niet vinden. Die blijken nog in de jaszak van Jim te zitten. (Hij was gisteren de BOB.) En ja, het was echt fietsweer, maar daar had ik geen zin in en ook niet echt tijd voor….

Dus de voorraadkast, koelkast en vriezer  maar weer ingedoken. Kwam goed uit want er bleek een zak gemengde zeevruchten in de diepvries te liggen die echt deze maand de pan in moest.

Resultaat: Rijst met zeevruchten, spekjes en groenten (soort paella dus maar dan anders). Niet helemaal nieuw, maar wel heel erg lekker. Vond Jim ook.

Laat de zeevruchten ontdooien in een zeef boven een kom heet water (of als je dit niet op het laatste nippertje bedenkt, zoals ik, een nacht in de koelkast). Meng de zeevruchten met een eetlepel olijfolie, een eetlepel citroensap, twee gehakte gedroogde pepertjes en een fijngemaakte knoflookteen. Zet even een uurtje weg op kamertemperatuur.

Snijdt een rode paprika in blokjes,  twee bosuien in ringetjes en twee sjalotten en nog een teen knoflook kleine stukjes. Maak een liter bouillon van twee tabletten (vis- of groentenbouillon).

Verhit een scheut olie in een hete braadpan en fruit hierin kort de sjalotten en knoflook. Voeg een theelepel cayennepeper eneentheelepel paprikapoeder toe. Bak 150 gram gerookte spek in blokjes mee en voeg vervolgens  300 gram (risotto)rijst toe. Bak even snel mee tot de rijst glazig is. Giet vervolgens de helft van de bouillon bij de rijst, roer goed om en laat met de deksel op de pan zachtjes koken tot al het vocht opgenomen is. Voeg vervolgens 200 gram diepvriesdoperwten toe en de helft van de resterende bouillon. Laat weer een paarminuten zachtjes koken tot de erwten en de rijst gaar zijn (eventueel nog extra bouillon toevoegen als dat nodig is). Draai het vuur onder de pan uit.

Laat de zeevruchten uitlekken in een zeef. Verhit in een grote wok een scheutje olie en bak hierin de zeevruchten samen met de blokjes paprika. Doe hierbij het rijstmengsel en maak het af met de ringetjes bosui. Er kan een tomatensalade bij, maar dat heb ik dus niet gedaan (want geen tomaten meer in huis). Maar zo was het ook heerlijk vond Jim (en Bert intussen ook).