Afgelopen donderdag was het weer tijd voor een Tafel van Zes. Ik doe dan wat ik het liefste doe: koken voor een fijne groep gasten, straatgenoten, wijkgenoten, stadsgenoten en streekgenoten. Vrienden en vreemden. De combi is altijd een verrassing. De verhalen ook. Daar komt nog een keer boek over.
Maar goed, mijn gasten van afgelopen donderdag waren helemaal weg van mijn soepje. Of ik het recept even wil delen. Natuurlijk! Daar hebben we lekkermakkelijklekker.nl voor. 😉
In de soep: 1 zoete aardappel, 2 grote winterwortels, een stuk gember, een stuk verse kurkuma, twee eetlepels pindakaas, twee eetlepels rode currypasta, een flinke scheut kokokmelk (naar smaak). En verder natuurlijk groentebouillon (ongeveer een liter) en wat arachideolie. Misschien nog wat zout maar dat was bij mij niet nodig.
Schil eerst de zoete aardappel, de wortel en de gember. Snijd wortel en aardappel in stukken en de gember en kurkuma in plakjes. Verhit een scheut olie in de pan. Bak hierin de gesneden ingrediënten samen met de currypasta. Na vijf minuten mag de bouillon erbij. Laat een half uurtje zachtjes pruttelen tot de groenten zacht zijn. Doe er nu de pindakaas bij en pureer de soep mooi glad met een staafmixer ofzo. Voeg tenslotte de kokosmelk toe. Net zoveel als nodig is qua pittigheid.
Als de gasten komen, zet je de soep weer op een laag pitje, en klaar. Echt lekker makkelijk lekker dus. Mijn gasten vonden hem in ieder geval erg fijn.
Gisteren weer een heerlijke avond doorgebracht met goede vrienden, fijn eten en mooie wijnen. Het zijn de momenten waar ik het meest van geniet. Een zesgangenmenu was het deze keer. Niet in mijn traditionele tapasstijl, maar een echt culinair gebeuren. CoCooking, samen met Ger (en Gonnie en Lidy als dessertchefs) bleek een geslaagd experiment. Bruscetta,roodbaars, saltimbocca, parmigianna, chocoladetaart met limoncello, aardbeien gedoopt in pure chcolade, grappa…. we waanden ons al in bijna zomerse sferen. Een echt zomers gerechtje was de mangosoep met rivierkreeftjes. En daar moest ik toch echt het recept van vastleggen. Helemaal mee eens, want hij was echt top!
Snijd een halve mango in blokjes, doe dit in een pan samen een 400 ml visbouillon, 200 ml witte wijn, twee gekneusde stengels citroengras en een stukje verse gember aan plakjes. Breng aan de kook en laat ongeveer kwartiertje zachtjes pruttelen tot de mango zacht is. Vis de citroengras en gember uit de pan en pureer het geheel met een staafmixer. Laat vervolgens tot de helft inkoken. Zet de soep een paar uurtjes in de koelkast om  af te koelen.
Bak 250 gram rivierkreeftjes een paar minuten in een scheutje olijfolie. Meng dit met een handje fijngehakte platte peterselie en laat afkoelen tot kamertemperatuur. Meng een paar forse eetlepels Griekse yoghurt met een halve fijngesneden rode peper.
Deze dingen kun je allemaal van te voren doen. Wel zo makkelijk als je een zesgangendiner wilt maken en een tafel vol gasten hebt. Ik wil altijd graag meegenieten van de gesprekken aan tafel.
Deze dingen kun je allemaal van te voren doen. Wel zo makkelijk als je een zesgangendiner wilt maken en een tafel vol gasten hebt. Ik wil altijd graag meegenieten van de gesprekken aan tafel.
Meng op het laatste nog wat room en citroensap door de soep. Breng zo nodig nog verder op smaak met zout en peper. Verdeel de soep over de borden (het recept is officieel voor vier personen, maar als tussengerechtje is het ook goed te doen voor zeven personen). Schep vervolgens op elk bord een flinke lepel Griekse yoghurt en een flinke schep rivierkreeftjes. Garneer nog met wat gehakte platte peterselie. En baal dat je toch te weinig hebt gemaakt….
Als ik iets leer van topchefs is het dat proeven het verschil maakt. Vandaag had ik een borrelafspraak met Annn en net als ik is zij een ‘genieter’, dus zij is mijn ideale proever voor nieuwe hapjes.
Omdat het vandaag ook vriezer/koelkastopruimdag was, stonden de ingrediënten vast: rivierkreeftjes met knoflook (in de aanbieding deze week bij de Appie), loempiavellen, verse gember, prei, winterwortel en witte kool. Omdat loempiavellen en gember voor mij oosters zijn, stond de ’tone of taste’ vast. Oké, dat het loempiaatjes zouden worden, was dus duidelijk. Dus ik begon makkelijk: prei in fijne ringen, winterwortel in kleine blokjes en de witte kool in dunne reepjes. Let op, de groenten moeten nog wel herkenbaar zijn. In een wok wat arachideolie verhitten met een flinke lepel kerrie. Vervolgens fijngehakte gember, witte kool, en winterwortel goed aanbakken, prei kort meebakken, eetlepel rode currypasta en scheutje vissaus toevoegen en op het eind de rivierkreeftjes erbij. Tot zover leek het simpel. Maar toen ging ik proeven en het was het dus niet. Helemaal niet zelfs. Tsja, dat krijg je als je met voorgekruide ingrediënten werkt: de rivierkreeftjes waren veel te zout. Het overheerste alles.
Reddingspoging 1: ik had nog een kwart blok santen in de koelkast liggen, dit opgelost in een half kopje kokend water en even laten meepruttelen tot het meeste vocht verdampt is (het moet immers een loempiavulling worden). Dit hielp al iets maar de zoutwatersmaak van de rivierkreeftjes overheerste nog steeds. Reddingspoging 2: een forste eetlepel gemberstroop erbij. Dit begon er iets op te lijken, maar nog steeds werd ik niet echt blij. Reddingspoging 3: een halve uitgeperste citroen erbij. Tatada…. Raak! Supersmaak!
Goed, de rest is een makkie: vulling iets laten afkoelen en uitlekken in een zeef. Kleine eetlepel vulling op loempiavel, randen met water bevochtigen, dichtvouwen en bewaren onder theedoek (anders drogen ze uit). Heteluchtoven voorwarmen op 190 graden. Loempia’s op een met bakpapier bekleed bakblik leggen, bestrijken met wat olie. Kwartiertje in de oven. Klaar! Annn vond dat ik het recept op mijn blog moest zetten. Dus ze waren goedgekeurd 😉
Zaterdag was het tijd het nieuwe terras in onze voortuin aan te leggen. De wekker stond op 8 uur (gelukkig nog wintertijd) en de regen betimmerde ons slaapkamerraam. Tjalling belt nog even voor de zekerheid om te zeggen dat hij niet van suiker is gemaakt. En Bert dus ook niet! Dus regen of geen regen… Bert zorgt met kruiwagens zand en steentjes uit de achtertuin voor de ingrediënten en Tjalling zorgt met echte stratenmakerskwaliteiten voor een superterras. Ondanks regenbuien, op de buienradar en IRL. En dankzij een pittig wortelkokossoepje uit mijn bijna afgedankte keuken. Geïnspireerd door de wortelsoep van Roelinde (die ons in De Kapel in Oosterbeek tijdens de bureaudagen altijd met supersoepjes en supersalades verwent). Maar natuurlijk met een touch van de Hannah’s keuken.
Het recept:
Snij eeen pond (schoongemaakte) wortelen in blokjes. Doe hetzelfde met twee geschilde aardappelen. Hak twee uien in stukjes. Doe een scheut neutrale olie in een braadpan(arachide, zonnenbloem of iets dergelijks)en fruit hierin de uien.Voeg een grote eetlepel rode currypasta toe (die van Thai staat bij mij altijd in de koelkast) en een forse theelepel gehakte verse gember (heb ik ook in zo’n handig potje in de koelkast staan). Even meefruiten, aardappelen en wortelen erbij, ook even meebakken en dan een liter bouillon erbij (van blokjes of vers, ik deed het voor het gemak even van twee blokjes, kip). Aan de kook brengen en laten pruttelen tot de aardappelen en wortelen gaar zijn. Even laten afkoelen en pureren met een staafmixer. Blikje kokosmelk toevoegen en weer zachtjes aan de kook brengen. Vlak voor het opdienen handje gehakte koriander er overheen strooien (kun je ook bij het opdienen doen, er bestaan mensen die echt niet van verse koriander houden).
De mannen hadden na dit powersoepje weer alle pit om het terras af te maken. Regen of geen regen.
De zon scheen trouwens intussen 
Ik haat pompoen, heb ik altijd gezegd. Soort jeugdtrauma. In mijn studententijd heb ik een half jaar in een soort woongroep gezeten, samen met macrobioten die niets anders rookten dan jointjes van eigen teelt, niet anders dronken dan vlierbloesemthee uit eigen tuin en niets ander aten dan zuurdesembrood uit eigen oven. En pompoensoep. Veel pompoensoep. Saaie pompoensoep. Flauwe pompoensoep. Zoveel pompoensoep dat ik na deze tijd heilig beloofde nooit meer pompoensoep te eten. Tot ik vorig jaar de pompoenen van Chantall en Patrick ontdekte. Pompoentaart kreeg ik voorgeschoteld. Mjam. En daarna ook nog hun pompoensoep. Pfff. Trauma verwerkt. Tijdens mijn kerstbrunch stapte ik zelf over de drempel. En bedacht helemaal zelf een supersoep. Ja, inderdaad, met veel pompoenen, en met garnalen natuurlijk en kokos. Toppertje van de dag.
1 oranje pompoen; 1 flinke ui gepeld; 2 tenen knoflook, gepeld; 2 theelepels kerriepoeder; 1 theelepel gemberpoeder; 1 theelepel sereh; 1 theelepel ketoembar; 3 eetlepels olijfolie; 1 blik kokosmelk; 750 ml. bouillon (visbouillon of kruidenbouillon); 400 gram grote garnalen (diepvries); 1 rode peper; 2 uitgeperste sinaasappels; 1 eetlepel gemberstroop; 2 eetlepels fijngehakte koriander of peterselie (voor garnering)
Garnalen ontdooien (24 uur in koelkast). Garnalen marineren in 1 eetlepel olie, gemberstroop, sinaasappelsap en fijngesneden rode peper (zonder zaadjes en zaadlijsten). Pompoen uithollen, pitten en draden verwijderen en vruchtvlees in stukjes snijden. (pompoen bewaren als ‘soepterrine’). Ui in stukjes snijden. Knoflook pletten en hakken
In grote braadpan 2 eetlepels olie verhitten en vervolgens op middelhoog vuur knoflook en ui aanfruiten. Kruiden toevoegen, even kort meebakken en vervolgens pompoen toevoegen. Roerend op zacht vuur aanbakken en na 5 minuten bouillon toevoegen. Aan de kook brengen en op zacht vuur half uurtje late doorkoken. Met staafmixer soep pureren en kokosmelk en garnalen toevoegen. Nog even kort doorwarmen (niet koken!) en serveren in glazen kommetjes. Garneren met peterselie of koriander.
Recente reacties