
Een keer in de twee maanden gaat Marianne, de aanjager van CVJO Doetinchem, op bezoek bij alle zojuist gestarte ondernemers. Ze brengt een stuk taart om hen te feliciteren met hun nieuwe bedrijf. Mooi gebaar toch? Ik mag die taarten bakken, en dat is voor mij toch elke keer weer spannend, want ik ben niet de meest ervaren taartenbakker. Maar goed, altijd leuk iets nieuws te proberen.
Gisteren was mijn poging wel heel erg geslaagd. Mijn chocoladecheesecake viel in ieder geval bij mijn CVJO-collega’s erg in de smaak. Ze hadden bijna spijt dat ze al eerder gestart waren en dus geen bezoek kregen van Marianne. Daarom voor mijn collega’s en voor iedereen die ook gek is op taart, hier het recept. (meer…)
Mijn tuin ligt bezaaid met appels en de boom is nog lang niet leeg. Ik schreef het al eerder, het schreeuwt om creatieve keukenacties. En intussen staat mijn koelkast nog vol met bekers Griekse yoghurt voor mijn stinksaus. Vorige week veel te veel ingekocht , dus ook dat vraagt om leuke oplossingen. Komt bij dat ik mijn bakvaardigheden wil vergroten, dus vandaag tijd voor een nieuw probeersel: muffins met yoghurt en appel… duh… 🙂 (meer…)

Voor Clarita en voor de andere liefhebbers een iets meer gedetailleerde beschrijving van het recept: Schil drie appels, snijd ze in kleine blokjes. Snijd ook een handvol gedroogde abrikozen in stukjes en meng dat met de appel. Schep hier twee volle eetlepels kokosroom doorheen en twee eetlepels havermout. Bestrooi tenslotte met kaneel en roer het geheel goed door elkaar. Verspreid het mengsel over een lage ovenschaal of bakvorm. 20 à 30 minuten in een oven van 190 graden. Een beetje laten afkoelen en daarna flinke schep Griekse yoghurt erover. Erg lekker dus…

Het is herfst, en dat zullen we weten. Oké vandaag even niet, de zon schijnt, maar toen ik afgelopen donderdag een menu moest samenstellen voor mijn meedenkmaal was het donker en nat en grijs. En dus stapte ik even van mijn mediterrane geloof af. Lamsvlees met port en vijgen, stoofvlees in rode wijn, geroosterde pompen, dat soort dingen kwamen op mijn menu. En perentaart. Een hele lekkere perentaart. Waarvan hier het recept. Op verzoek van Ineke en Liesbeth (die volgens mij daar in de Dordogne nog heerlijk van een nazomer kunnen genieten) en natuurlijk ook voor alle andere liefhebbers.
Verwarm de (hetelucht)oven voor op 180 graden.
Neem vier niet te rijpe peren, schil ze, haal het klokhuis eruit en snijdt ze in vieren. Doe de peren in een steelpan samen met twee glazen witte wijn, een glas water, een stukje steranijs, een kaneelstokje, een laurierblad en wat gekneusde zwarte peperkorrels. Breng aan de kook en draai vervolgen het vuur uit. Laat de peren afkoelen in de wijn.
Leg zes plakjes bladerdeeg op een groot stuk bakpapier. Maak er een vierkant van. (dus wat plakjes halveren, beetje passen en meten). Leg vervolgens hier een vel bakpapier overheen. Rol het deeg een beetje uit en leg het geheel met bakpapier en al ineen lage bakvorm. Knip de overstekende randen van het bakpapier weg en snijdt ook de rand van het deeg een beetje bij. Vul vervolgens de vorm met droge kikkererwten of een andere blindbakvulling en zet zo’n twintig minuten in de voorverwarmde oven. Haal uit de oven, maar laat de oven wel aan.
Laat de bodem en beetje afkoelen, verwijder papier en blindbakvulling en prik wat gaatjes in de bodem. Haal vervolgend peren uit de wijn, snijdt ze in plakjes en leg dakpansgewijs op de taartbodem.
Leg een vel bakpapier op een bakplaat, verdeel hierover een ons blanke amandelen. Besprenkel met wat honing en zet de bakplaat ongeveer 10 minuten in de hete oven tot de amandelen lichtbruin zijn. (Let op dat de amandelen niet verbranden!) Hak de amandelen vervolgen grof en verdeel over de peren. Zet de taart nog een kwartiertje in de oven, tot de randen van het deeg goudbruin zijn. Laat vervolgens de taart een beetje afkoelen.
Meng intussen een halve beker Griekse (volle!!!) yoghurt met wat gehakte cantuccini (dat zijn die heerlijk Italiaanse amandelkoekjes). Verdeel voor het opdienen de yoghurt over de taart en klaar is je herfsttoetje. (Maak er voor de zekerheid maar twee tegelijk want hij is zo op!)
Ha, daar heb je er weer zo een. Een toetje dat mijn gasten op het slechte pad brengt en alle goede voornemens doet verdwijnen. Deze keer was het de chocolade(natuurlijk chocolade)taart met cantucinni en blauwe bessen. En weer is het zo’n lekkermakkelijklekker recept.
Smelt au bain marie 300 gram pure chocolade (ik vind zelf hoe zwarter hoe beter, maar dat is een kwestie van smaak), samen met 150 gram roomboter en 2 flinke eetlepels ahornsiroop. Als alles gesmolten is goed doorroeren en even een beetje laten afkoelen. Bekleed intussen een bakvorm met plasicfolie. Hak 200 gram cantuccini in grove stukken. Dat zijn die lekkere Italiaanse amandelkoekjes die je natuurlijk zelf kunt bakken maar ook heel goed in de winkel kunt kopen, wel zo makkelijk… (ja ik weet het, zelf bakken is beter, maar ik ben niet zo’n goede bakker). Roer de koekstukjes door het chocolademengsel en tenslotte 200 gram blauwe bessen. Voorzichtig mengen, probeer de bessen heel te houden. Giet het mengsel in de bakvorm, dek het af met plasticfolie en zet minsten 4 uur in de koelkast om op te stijven.
Ik serveerde deze chocoladetaart gisteravond samen met de gemarineerde ‘lenteaardbeien’ en op advies van mijn wijnman een heerlijk glaasje Banyuls. Het schijnt dat tijmroom hier ook nog geweldig bij past, maar ik had geen tijd meer de room te kloppen. Die staat nu dus nog in de koelkast. Samen met het restje van de chocoladetaart dat we uit onze mond hebben gespaard voor Jim. Hmmm… dat staart me nu wel heftig aan.
Een van de vele nadelen van deze gruwelijk late lente is de staat van de aardbeien. Ik weet niet of je ze al geprobeerd hebt, maar ze zijn niet te eten. Keihard en nog geen glimpje van dat heerlijke sappige zoete zomerfruit.
Maar het is lente en ik wil aardbeien eten. Veel aardbeien.
Gelukkig bestaat er zoiets als gemarineerde aardbeien. Uurtje geduld, maar dan heb je ook wat. Een toplentegevoel. Zo’n lente die van alle dagen een feest maakt.
Neem een pond aardbeien. Fijn als ze al een beetje naar aardbeien ruiken, maar ze hoeven dus niet zacht, zoet, sappig te zijn. Daarvoor zorgen twee eetlepels witte basterdsuiker en twee eetlepels crema de balsamico. Verwijder de kroontjes en halveer de aardbeien, meng ze de suiker en balsamico en schep goed door elkaar. Minstens een uur laten marineren. Eventueel nog wat fijngesneden muntblaadjes toevoegen en klaar. Heerlijk als toetje, als tussendoortje, als laatopdeavondje, als, ach bedenk het maar. Hier is het lente!
Recente reacties