In het boek Smart Cooking 2 van Julius Jaspers ontdekte ik een toprecept voor Kip met port, pruimen en meer. Hij beschrijft het als echt gemaksrecept en gaat uit van 2 hele kant-en-klaar gebraden kippen. Ik houd meer van fingerfood en vind kant-en-klaar gebraden kip vaak te zout, dus ik maak het mezelf iets moeilijker. Het was een topper tijdens een testje voor mijn social dinners. Morgen is het feest omdat Jims 18 wordt. Een mooi moment om de verjaardagsgasten dit nieuwe hapje voor te schotelen.
Neem 1,5 kilo ongekruide rauwe kipstukjes en kruid deze simpel met milde paprikapoeder, peper en zout. Leg ze in een groot bakblik met een flinke scheut olijfolie. Meng het geheel goed zodat alle kipstukjes bedekt zijn met kruiden en olie. Zet de ovenschaal half uurtje in een voorverwarmde oven van 190 graden tot de kip net gaar is. Giet het vet af. (Als je toch meer van makkelijk houdt, kun je deze stap overslaan en 1,5 kilo gebraden kipstukjes bij de poelier halen.)
Verhit in een koekenpan een scheut olijfolie en bak hierin zachtjes een half ons pijnboompitten, een ons gedroogde pruimen en een ons gedroogde abrikozen, voeg een stukje sinaasappelschil en een stukje citroenschil toe en een kaneelstokje. Laat even meebakken en blus af met een flink glas rode port. Laat kort wat inkoken en voeg vervolgens 2 deciliter kippenbouillon toe. Reduceer het geheel tot de helft en giet de saus over de kipstukjes.
(Dit kun je dus allemaal een dag van tevoren doen)
Afmaken: Zet de ovenschaal 20 minuten in een tot 200 graden voorverwarmde oven. Klaar!
Twee weken geleden waren we bij Het Kookeiland in Arnhem om mijn droomkeukenmachine te kopen, een Magimix! Het wonder heeft intussen een mooie plek op mijn aanrecht gekregen, maar daar gaat het nu niet over. Zo’n kookwinkel doet natuurlijk aan kookdemonstraties en op dat moment kon ik jaloers zien hoe geweldig je kunt koken met ‘De Meyere pannen’, maar ook daar gaat het nu niet over. Waar het wel over gaat is wat er op dat moment in zo’n superpan bereid werd: kipfilet met paddenstoelen, room en dragon. Wow!
Gisteren deed ik voor het eerst sinds tijden weer eens boodschappen bij ons buurtsuper, de Plus en daar zag ik tot mijn grote verrassing bij de verse kruiden dragon liggen. Tijd dus om dat heerlijke gerechtje na te maken. Oké, natuurlijk wel met een eigen touch, dat kan ik gewoon niet laten.
Snijd twee goede (bij voorkeur biologische) kipfilets in blokjes en bak ze kort aan in een scheut olijfolie. Haal ze uit de pan als ze lichtbruin zijn gekleurd en bak vervolgens een half bakje in plakjes gesneden (biologische) kastanjechampignons in de olie. Als de champignons goed gebakken zijn doe je de kipfilet weer erbij, een bakje Hollandse garnalen en flinke scheut room. Vervolgens een hand vol gehakte dragon en zout en vers gemalen peper naar smaak. Laat de room iets inkoken en alles goed op temperatuur komen.
Ik had nog vier dunne pannenkoekjes liggen (had Jim die middag weer eens blij gemaakt), dus die had ik intussen in een oven van 150 graden even opgewarmd. Nu dus een kwestie van kipmengsel samen met handvol veldsla in de pannenkoekjes rollen en genieten maar. En genieten, dat was het dus echt. Umberto vond het zowaar culinair! Begin het toch te leren. 🙂
Je hebt van die dagen, dat het nooit op lijkt te houden met regenen, dat bovendien je dak lekt en je ook nog ontdekt dat in het thermopane raam op de logeer- annex saunakamer een forse barst zit, of meer een superster, een die je echt niet kunt laten zitten. En dan is het ook nog zondag, en valt er dus niks te regelen met verzekering, glaszetters en dakdekkers. Zo’n dag dus. Zo’n dag kent voor mij maar één remedie: de keuken induiken en mijn huis vullen mediterrane geuren en smaken. Mijn bolognesesaus schijnt redelijk authentiek te zijn, staat dan ook uren te pruttelen op mijn Borettifornuis, en brengt Italië vanzelf bij ons binnen.
Hak een stengel bleekselderij, een ui en een flinke wortel fijn. Meng dit met een onsje fijn gesneden pancetta (of als je dat niet in huis hebt gewone gerookte spekblokjes) en drie ons gehakt (half-om-half). Bak dit 10 minuten zachtjes in een flinke kluit boter en een goede scheut olijfolie. Voeg een half glas droge rode wijn toe en laat dit verdampen. Vervolgens een goede kop krachtige bouillon erbij en ook dit op een laag vuurtje laten inkoken. Als het vocht bijna weg is een klein blikje tomatenpuree erbij en kruiden met veel versgemalen peper en wat zout. Vervolgens kokende melk toevoegen tot alles onderstaat en dit zachtjes laten inkoken met de deksel op de pan. Dat duurt wel een uurtje of wat. En dat is fijn want daarmee creëer je vanzelf die heerlijke mediterrane geuren.
Tagliatelle koken (verse), geraspte parmezaan erbij (vanzelfsprekend ook verse), een goede tomatensalade, wat brood en een lekkere chianti, en ach, dan waan je je vanzelf in Italië, zeker als je zoals ik, ook nog op de Hof van Florence woont.
Laat het maar regenen, hier is het zomer.
Mijn vriendinnetje Moon vroeg me vandaag of ik haar nog even dat recept van die lekkere spaghetti wilde geven. Ze krijgt dit weekend eters en is helemaal blij met mijn Parmigiana di Melanzane in combinatie met mijn simpelspaghetti.
Daarom nog even het receptje in deze blog:
Voor vier personen gebruik ik ongeveer 250 tot 300 gram spaghetti. Het mooiste en lekkerste is natuurlijk zelfgemaakt, maar nu hou ik het echt simpel en koop ik dus (verse) spaghetti met ei bij de Appie. Verder gebruik ik een flinke kluit echte boter (75 tot 100 gram), 200 ml room en een onsje verse Parmezaanse kaas. Voor mij gaat er 2 ons magere gekookte ham bij in blokjes, maar Moon wil hem vegetarisch dus zij doet er twee ons gehakte walnoten bij. Ook lekker. Tenslotte natuurlijk zout, peper en nootmuskaat.
Kook de pasta al dente.
Zet de schaal waarin je de pasta wil opdienen in een pan met kokend water (au bain marie). Smelt hierin de boter en voeg de room toe. Laat dit goed warm worden. Voeg vervolgens de ham of noten en de fijn geraspte parmesan toe. Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Doe de uitgelekte spaghetti erbij en schep het geheel om en meteen serveren. Heerlijk dus met de eerder genoemde parmigiana.
Ik ben gek op bladerdeeg. Lekker makkelijk lekker. Snel (zeker als je van die koelverse rollen bij de Appie koopt) en als je het goed doet, altijd een succes. Maar dat goed doen, dat blijft bij mij het grote probleem. In alle recepten lees ik lovende verhalen over geweldige taarten, flappen en happen. En dat allemaal door dat makkelijke, lekker snelle, lekkere bladerdeeg. Bij mij gaat het echter (bijna) altijd mis. Die bodem… 😉 Je begrijpt het al. In plaats van een knapperig krokant korstje, is het bij bij meestal een kleffe deeghap. Natuurlijk probeer ik bij hartige taarten eerst even blind te bakken. Ik heb de bus met droge kikkererwten klaar staan. Maar bij mijn favoriete oosterse groente-kiphapjes, heb je niets aan droge kikkererwten.
Daarom vandaag iets anders geprobeerd. halverwege het bakken draai ik de flappen (of in dit geval makkelijk een hele rol) om. Zo kan de onderkant ook een krokant korstje krijgen. Zo simpel, waarom heb ik er niet eerder aan gedacht …
Even voor de liefhebber dit supermakkelijke recept:
Men neme (deze keer allemaal makkelijk bij de Appie): een rol koelvers bladerdeeg, twee goede scharrelkipfilets, een zak Thaise roerbakgroenten, een scheut ketjapmarinade en een goede theelepel sambal brandang (natuurlijk is het veel lekkerder als je allerlei verse kruiden gebruikt zoals mooie rode peper, verse gember, wat citroengras en natuurlijk verse koriander, maar vandaag had ik geen tijd; hele dag al in de keuken gestaan).
- Verwarm de (hetelucht)oven voor op 180 graden.
- Snij de kipfilet in kleine blokjes en marineer in de ketjapmarinade (net zo lang als je tijd hebt).
- Bak de kip aan in hete arachideolie en breng op smaak met de sambal en eventueel wat zout (vind ik nooit nodig). Bak nog even door en voeg vervolgens de roerbakgroenten toe.
- Na een paar minuten het mengsel in een zeef afgieten (met teveel vocht weet je zeker dat het niks wordt met dat bladerdeeg) en even laten afkoelen.
- Het bladerdeeg uitrollen op een bakplaat (bakpapier zit er al onder, lekker makkelijk).
- In de breedte halveren zodat je twee bijna vierkante lappen krijgt.
- De vulling in de lengte verdelen over het deeg en twee rollen maken.
- De bakplaat in het midden van de oven schuiven en ongeveer 30 minuten laten bakken.
- En nu komt de grote truc: keer de rollen halverwege de baktijd (dus na 15 minuten) even om. Na het bakken even afkoelen en de rollen in de lengte halveren.(En als je in topstemming bent mooi op een bordje schikken met wat oosters spul eromheen.)
- Het resultaat: een knapperige (en volgens mijn vriendje heerlijke) oosterse kipgroenterol.
(Wat ook kan: in plakken snijden en er een borrelhapje van maken.)
Lekker koken is zo simpel.
Recente reacties